Het zal ergens in 1996 zijn geweest dat ik op een blauwe maandag besloot dat ik moest gaan
kickboksen bij Mejiro Gym op de Lauriersgracht in de Jordaan. Dat werd bepaald geen succes, maar
het zou nog een tijdje duren voordat dit besef bij me indaalde. Tot die tijd fietste ik braaf van mijn
kamer op de Nassaukade naar de sportschool. Dan kwam ik altijd door de Hazenstraat. Daar stond op
nummer 19 een aantrekkelijk bord op straat: “Fluitje: één gulden”. Laat ik nou net dol zijn op fluitjes
bier. En ik kreeg altijd dorst van de training, hoe slecht die ook ging. Plus helpt de alcohol tegen de
pijn; meer mijn gekwetste ego dan mijn blauw-gebeukte lichaam. Dus ‘hop!’ naar binnen. En daar
stond íe dan, de kersverse eigenaar: Stanley ‘Bram’ Wassenaar, Mister Soul himself. Het klikte gelijk:
de gesprekken, de sfeer, de diversiteit aan mensen. En het gevoel dat iedereen zich daar gezien en
op z’n plek voelde.
Een van de mooiste en meest tekenende herinneringen die ik daaraan heb, is een Valentijnsdagfeest.
Inmiddels had Stan mij al een paar jaar eerder aangenomen als barman en leerde ik zowel voor als
achter de bar hét Amsterdam kennen waar ik helemaal verliefd op ben geworden. Voor zo’n
Valentijnfeest was het onze gewoonte dat de klanten in de weken daarvoor als ‘secret admirerer’
een speciale Grapevine-uitnodiging konden invullen (waarschijnlijk ontworpen door Sitnie). En die
posten wij dan naar de gelukkige dame of heer die zijn stille bewonderaar die avond in het café kan
komen ontmoeten.
De avond van het feest om stipt 19:00 – veel te vroeg voor de meeste feestgangers – kwam een
jongeman binnen die er een beetje uitzag alsof hij uit de lokale schaakclub was weggelopen.
Zenuwachtig keek hij om zich heen, op zoek naar de dame die hem zou hebben uitgenodigd. Stan en
ik keken elkaar aan en we wisten he gelijk: die is erin geluisd door een collega of een andere lelijkerd
zonder empathie. Maar dat was dus de grap en de soul van de Grapevine… Stan stapte op hem af,
geeft hem een gevoel van welkom zijn van heb ik jou daar en een eerste drankje van het huis.
Vervolgens brachten we hem moeiteloos in contact met de andere gasten, waaronder zoveel
stamgasten die altijd de vibe overdragen waar zij zelf ook zo van genieten. De beste man had een
topavond en is zowat tot het eind gebleven. Tijdens de nazit achter het bekende luik rookten we er
nog eentje en praatte erover na. In plaats van een rotgevoel had de man iets nieuws, iets lekkers, iets
inclusiefs en iets heel Amsterdamse geproefd. Hij mocht die klootzak op het werk dus wel dankbaar
zijn, was de conclusie.
En zoals deze zijn er veel verhalen. Over de Ladiesnights, de Casino-avonden, de Waterfeesten, de
feestdagen, de muziekoptredens, Kerst en oud- en nieuw, soup en soul op zondag. En dat alles in een
cafeetje waar het echt nét, nét past. Waar zus Ivy op die avonden of met Koninginnedag gewoon de
kip met bami voor op straat of achter in de opslag moest serveren. Als er maar stroom was voor de
magnetron. Voor mij zijn het echter vooral ook die ‘gewone’ doordeweekse avonden geweest, die
me een warm gevoel geven. Zo’n avond waar je komt voor een klein drankje en wat gezelligheid, en
steevast toch weer te laat en te beneveld je bed in rolt. Op zo’n avondje dat neef Brian je uitgebreid
bijschoolt over zwart en wit, dat Nikster je het gevoel geeft dat je ook echt Amsterdammer bent
omdat hij je ook eens net zo voor lul zet als de andere Jordanese stamgasten, en dat The Hennessy het
grootste deel van zijn bardienst zelf achter de gokkast zit en je bijna je eigen drankje maar moet
inschenken.
Die tijd komt niet terug, maar wat ben ik blij dat ik het zo heb mogen beleven.
Bovendien heb ik toen heel veel geleerd over mensen, en zelfs nu nog met al die verschillende achtergronden en toch
die eensgezindheid als het ging om respect, gezelligheid en slap ouwehoeren. Wat dat betreft had ik
destijds wel de helft van mijn collegegeld wellicht beter naar het café kunnen overmaken, aangezien
ik voor en achter de bar beduidend meer heb opgestoken dan in de collegebanken.
The Grapevine: Soul-University of Amsterdam.
Jan Dirk de Jong